Ooit schreef ik ergens ‘Ik ben steevast op de verkeerde plaats geboren’ en dat meen ik vandaag harder dan ooit. Met het ouder worden bieden er zich meer en meer kansen aan om zich te bewijzen, momenten om te beleven en perspectieven om gewoon te ondergaan. Het leven is onvoorspelbaar en dat bewijs wordt mij opnieuw voorgeschoteld.
Ik ga in op de vraag van een Canarische vriend om een motorboot over te brengen van La Gomera naar Tenerife – van Valle Gran Rey naar San Miguel de Tajao. Een boottocht tussen twee eilanden waarbij een afstand van bijna honderd kilometer moet worden overbrugd.
Dit staat zelfs niet op mijn bucketlist, ik hoef het ook niet te schrappen. Van nature word ik aangetrokken door niet-alledaagse dingen waarbij mijn hoogtevrees niet wordt geactiveerd. Dit magnetisme zit er al in van bij de geboorte. Wat ik in mijn leven nog nooit eerder deed, doe ik wanneer de gelegenheid zich aanbiedt.
De dag voor ons vertrek, bij zonsondergang, maakten mi amigo y yo de overtocht van Tenerife naar La Gomera. In La villa San Sebastian sliepen wij in een klein pensionnetje; eenvoudig en goedkoop, tot de volgende ochtend om 03.30 uur, want een half uurtje later hadden wij een afspraak met een chauffeur om ons over de berg te rijden.
Ivan Heylen, je weet niet hoeveel ik aan jou en aan de berg heb gedacht. Ruim 1 uur lang, van San Sebastian naar Valle Gran Rey, de tijd om deze afstand te overbruggen.
Om 07.00 uur, het is nog donker, wordt de motor gestart en de trossen losgeworpen. Het vertrek vanaf de meest westelijke punt van het ronde eiland is nabij. Wij varen langzaam het haventje uit en geven ons over aan een kalme oceaan.
Het magische moment komt eraan. De volle maan verlicht nog even het wateroppervlak om daarna plaats te maken voor een opkomende zon. En waar zijn de zonsopgangen het mooist? Jawel, boven water. Een kleurenpallet ontvouwt zich aan het firmament. De kleuren lijken te leven. Ze veranderen snel terwijl de lichtsterkte toeneemt. Ik koester dit moment als geen ander. Ik ervaar dat de ochtendstond goud in de mond heeft en niemand kan dit ontkrachten.
Ik zag twee bergen, deze van Ivan en deze van de Tinerfeños. Ik zag ook dolfijnen, grienen, schildpadden en vliegende vissen. Mijn netvlies werd gestreeld met maritieme schoonheden, mijn lippen smaakten de zoutige zeelucht en de ingeademde lucht smaakte naar ongezouten pure lucht.
Wij varen voorbij de luchthaven die hoog boven de oceaan torent en Playa Santiago. We laten de hoofdstad San Sebastian links liggen.
Het grote gat gaapt. Nu naar Tenerife, we overbruggen 22 mijl aan een snelheid van 8 knopen. De stroming en de oostenwind doen hun werk en vertragen de overtocht.
Toch vaart deze ‘Estimarga’ (merk van de boot) gestadig door en doet waarom het werd gebouwd. Wij pompen 2800 rpm in de Volvo-Penta en de boeg splitst het vaarwater. De ferry’s Armas en Fred Olsen komen voorbij, maar die varen sneller en gaan de andere kant uit.
En dan plots zijn de golven weg, de wind verdwijnt en meeuwen schreeuwen hoog in de lucht. We bereiken de lijzijde van Tenerife. De noordoostelijke passaatwinden worden omgeleid door een hoge berg. We schuiven over het water.
Bekende toeristische locaties glijden in de verte voorbij en zetten nu koers – rumbo – richting Las Galletas. Als wij Westhaven Bay Tenerife voorbijvaren, roep ik mij te pletter, de toeter staat roodgloeiend, maar Nele laat zich niet zien.
Golf del Sur is groener dan de rest, de luchthaven laat vliegtuigen landen en opstijgen. We genieten van het natuurreservaat Montaña Roja en hotel Médano neemt een prominente plaats in het kustlandschap. De haven van Granadilla ligt er eerder desolaat bijen el puertito de Tajao zorgt voor een veilige haven. Bienvenido, wij zijn weer thuis.
