De Canarische Eilanden hebben een diepgewortelde visserijcultuur. Sinds de oudheid leeft men op de gelukzaligmakende eilanden van de jacht en visvangst.
Tenerifianen worden in de volksmond Chicharreros genoemd, alhoewel deze naam geschiedkundig enkel werd toegeschreven aan de inwoners van Santa Cruz. Dit denigrerende woord vindt zijn oorsprong bij de inwoners van La Laguna – tot de 19e eeuw hoofdstad van Tenerife en hoofdplaats van de Canarische eilanden – die de inwoners van de toen arme en kleine vissershaven van Santa Cruz met dit woord benoemden. De inwoners van Santa Cruz waren gedwongen, door de lage inkomsten, om chicharros (horsmakreel) te eten. Dit is een kleinere vissoort die veel werd gevangen en dus goedkoop aan de man kon worden gebracht.
De wortels van de visserij hebben zich verspreid over alle kustgebieden van de eilanden, waar vandaag de dag nog steeds voornamelijk ambachtelijk wordt gevist. Op de eilanden zijn er ook veel liefhebbers, die zowel sportief als recreatief, van een vrijetijdsbesteding genieten.
Het vissen in de wateren rondom vulkanische eilanden die een platform vormen in de Atlantische Oceaan wordt gekenmerkt door diepe wateren vlakbij de kusten. Deze bijzonderheid zorgt voor een grote diversiteit aan zeedieren op relatief korte afstand van het land en een karakteristieke eigenschap is bij de ambachtelijke visvangst.
Tonijn en andere vis
Zo trekken de lokale vissers er tussen maart en juni op uit om op tonijn te vissen. Om maximaal te profiteren van omvangrijke scholen die migreren in Canarische wateren. Daarom worden de vissersboten opgetuigd en uitgerust om deze vissoort aan de haak te slaan.
Er wordt gevist met levend aas of de marineros gebruiken een hengel met een grote haak, en vissen van achter een watergordijn.
De kleinschalige kustvisserij wordt beoefend door beroepsvissers die met kleine en middelgrote boten uitvaren en vissen met artes menores, het zogenaamde klein vistuig.
De visserij is gericht op drie pijlers. Vissen op demersale visbestanden (op de grond dicht aan de kust) zoals vieja, sama, cabrilla, sargo, chopa, enz., op pelagische bestanden (in open zee maar niet aan de grond) zoals sardine, makreel, horsmakreel, ansjovis, bokvis, tonijn enz, en op schaaldieren, zoals er zijn: garnalen, schaal- en schelpdieren.
Cofradías de pescadores
Cofradías de Pescadores zijn vissersgilden of lokale organisaties zonder winstoogmerk. De belangrijkste doelstelling is het vertegenwoordigen van de visserij in de economische sector en het verdedigen van de sociale belangen van de aangesloten leden. Belangrijk daarbij is het beheer en de verkoop van de vangsten die aan wal worden gebracht door vaartuigen van de leden.
Tenerife heeft, in vergelijking met enige andere regio in Spanje, het grootste aantal vissersgilden in heel Spanje.
Tien vissersgilden
Zo bestaan er tien vissersgilden, die verdeeld zijn over de kustgebieden. Candelaria, San Andrés en Tajao op de oostkust, Tacoronte, Puerto de la Cruz, Icod de los Vinos, San Cristóbal de la Laguna en Garachico op de noordkust en Playa San Juan en Los Cristianos op de westkust.
Niet overal waar viskraampjes of viswinkels aanwezig zijn in de haventjes beschikken over een officiële vissersgilde. Zo is er verwarring ontstaan op sociale media over de vissers in Los Abrigos en El Médano, die niet over een eigen vissersgilde beschikken, maar aangesloten zijn aan een naburige Cofradía de Pescadores.
