Omdat wij in vorige artikels omtrent de bouw van het toeristisch project Cuna del Alma in El Puertito (Adeje) niet alles hebben gepubliceerd omwille van redactorische beperktheden, hebben we vandaag een uitgelezen en gedetailleerde verslag kunnen opmaken van de omstandigheden waarin het project is verzeild geraakt. Voor alle duidelijkheid: het project is niet volledig stopgezet, enkel op een locatie met grote archeologische waarde zijn de werken stilgelegd.
Wie meer wil weten over dit gigantisch bouwproject kan dit lezen in ons artikel WEST-VLAMINGEN BOUWEN EEN NIEUW DORP.
In een 67 bladzijden tellend document wordt de schade geanalyseerd die is toegebracht aan de overblijfselen van het erfgoed op het perceel waar het macroproject Cuna del Alma wordt gebouwd. Op één bepaalde locatie van groot belang is de schade onomkeerbaar. Een deel van de werkzaamheden aan het toeristisch macroproject Cuna del Alma, dat een toeristisch resort beoogt van meer dan 430.000 m2 op de bergflank tot aan het strand in Puertito de Adeje, is uit voorzorg stopgezet op last van het eilanddirectoraat Ruimtelijke Ordening en Erfgoed van de Cabildo (eilandregering).
Klacht
Het bevel van gedeeltelijke stopzetting kwam er na een klacht van de Asociación Patrimonial Tegüico, die waarschuwde voor de aanwezigheid van archeologische overblijfselen in het gebied en de mogelijke vernietiging ervan. Patrimonio heeft vervolgens twee inspecties uitgevoerd en vastgesteld dat er schade en vernieling was. In een afdoend rapport verklaart de gespecialiseerde technicus dat de schade op een locatie, van groot belang, onomkeerbaar is en daarom als zeer ernstig wordt bestempeld.
In het verslag staat dat er bij de Administratieve Dienst voor het historisch erfgoed van het Cabildo twee documenten aanwezig zijn over het erfgoed dat in het gebied is gelegen die deel uitmaakten van de twee milieu-effectrapporten van het project. Een van de documenten dateert anno 2014, het andere 2017.
Rapporten
Uit het eerste rapport, dat nodig is om de milieueffectrapportage te valideren, blijkt dat het verplichte archeologische onderzoek niet werd uitgevoerd, alhoewel dit verplichtend is met het oog op de opstelling van de inventaris van het erfgoed en dat er geen gemachtigde archeoloog bij de uitvoering ervan betrokken is geweest. Voorts is het bestaan van architectonische of etnografische elementen die voor bescherming in aanmerking zouden kunnen komen, niet beoordeeld.
Drie jaar later, in 2017, werd een nieuwe poging ondernomen om een gunstig resultaat voor het milieueffectrapport te verkrijgen. In het eindverslag van de Cabildo staat dat het document een schriftelijke reactie bevatte op het rapport van 2014 waarin werd verklaard dat het aanbevolen archeologisch onderzoek reeds was uitgevoerd met gekwalificeerd personeel. Bij deze vermeende prospectie werden, aldus de tekst, geen bewijzen gevonden van lithisch, keramisch of malacologisch materiaal, noch van archeologische vindplaatsen of schilderingen.
Maar het verslag was opnieuw nefast, en wel om twee redenen. In de eerste plaats omdat dit onderzoek niet was uitgevoerd, laat staan door gekwalificeerd personeel en ten tweede, als het onderzoek was uitgevoerd, moest er een verzoek om toestemming voor de uitvoering ervan zijn, documenten die volgens het Cabildo niet bestaan.
De nodige conclusies werden getrokken. Zelfs al vond het onderzoek plaats, dan is dat gebeurd zonder toestemming, wat als overtreding wordt aanzien.
Interventieverslag
Het rapport van de Cabildo gaat verder. Na deze twee negatieve rapporten heeft het Directoraat-generaal Cultureel Erfgoed van de Canarische regering slechts twee verzoeken om archeologisch onderzoek ontvangen: een in 2017, dat afliep zonder te zijn uitgevoerd, en een ander in 2018, dat leidde tot het Prospectierapport en het daaropvolgende Interventierapport (Report of Archaeological Interventions in the area of the Urbanisation Sector SO.6 UA-1, Puertito de Adeje), uitgevoerd in 2020 door een gespecialiseerd bedrijf, Arqueocanaria S.L..
Dit onderzoeksdocument is van groot belang omdat het de grafische documentatie, de sonderingen en het verzamelen van archeologisch materiaal aan de oppervlakte omvatte, met toestemming van de Algemene Directie van het Cultureel Erfgoed. Dit rapport beschreef welke overblijfselen zich in het gebied bevonden, catalogiseerde ze en beoordeelde ze op hun belang. Vervolgens stelde zij voor elk van hen acties voor. Maar dit verslag is volgens het Cabildo nooit officieel toegezonden aan het Directoraat-generaal Cultureel Erfgoed, hetgeen een ernstige tekortkoming is en een niet-naleving van de inhoud die deze documentatie wettelijk verplicht moet bevatten.
Bovendien zijn de aanbevelingen in het rapport, om de beschermde overblijfselen te beschermen of in stand te houden, niet opgevolgd. Het Cabildo is het ook niet eens met enkele van de beoordelingen van Arqueocanaria S.L., met name die welke betrekking hebben op de zogenaamde Guanche-nederzetting en de zogenaamde verpakkingsfabriek, een oude industriële site naast het strand, die vroeger werd gebruikt voor het verpakken van bananen en tomaten voor de export.
Onjuist rapport
De verantwoordelijken voor het macro-project hebben aldus twee pogingen ondernomen om een positieve milieu-effectrapport te verkrijgen. Twee keer werd het afgewezen en nu is er de bewijslast: het vermeend onderzoek door de technicus van het Cabildo heeft nooit plaatsgevonden, of is uitgevoerd zonder toestemming. De conclusie dat er geen overblijfselen waren, is nu ook als een onwaarheid gedetermineerd.
Projectleiders van Cuna del Alma beweren dat het rapport van de Cabildo niet juist is. Zij voegen eraan toe dat de procedures werden uitgevoerd en dat zij in 2018 de erfgoedbeoordeling opmaakten die dan aan de gemeenteraad van Adeje werd overgemaakt, die het op zijn beurt doorstuurde naar de Commissie voor Territoriale Planning en Milieu van de Canarische Eilanden (COTMAC), die het goedkeurde en van mening was dat aan de eis voor historische erfgoedanalyse was voldaan.
Met betrekking tot de vraag of de vergunning voor het uitvoeren van de prospectie is behandeld, antwoordt het bedrijf positief. Deze werd aangevraagd in 2018 en verleend, en daarna moest de Canarische regering dit doorspelen aan de eilandregering.
Cuna del Alma voegt hieraan toe dat de erfgoedbeoordeling die is uitgevoerd en goedgekeurd door de regering van de Canarische Eilanden, als onderdeel van de goedkeuring van het bouwplan, een plan omvat dat door de projectontwikkelaar is gevolgd.
Stenen gravures
Om terug te komen op de documenten die in het eindverslag van de Cabildo worden genoemd: het dossier bevat een document dat door de Vereniging voor het Tegüico-erfgoed is verstrekt nadat deze haar klacht had ingediend. Het is een verslag, met foto’s, van de overblijfselen die aan de oppervlakte werden gevonden, zonder enige vorm van opgraving. Van alle geïnventariseerde overblijfselen vallen de gravures in steen op omdat zij in geen van de twee rapporten van het archeologisch bedrijf zijn opgenomen.
In het verslag van de Cabildo wordt eraan herinnerd dat uit juridisch oogpunt de rotsgravures worden beschouwd als van Cultureel Belang en moeten worden bewaard. Zij wijst erop dat het mogelijk is ze onder bepaalde omstandigheden te verplaatsen, maar niet bij een particulier ontwikkelingsproject.
Drie gravures worden niet rechtstreeks door de werkzaamheden getroffen, maar voor hun behoud is het noodzakelijk een deel van de geplande voetgangersloopbrug te wijzigen. Andere gravures worden rechtstreeks getroffen omdat er een weg moet komen. In het verslag van de Cabildo staat dat de enige mogelijke optie is de weg en de voetgangersbrug naar het zuiden te verplaatsen.
37 overblijfselen
In het recente eindverslag van de Cabildo, waarin fragmenten van de eerdere documenten en het verslag van de onderneming zijn opgenomen, alsmede delen van de klacht en het verslag van de Asociación Patrimonial Tegüico, wordt gedetailleerd ingegaan op het bestaan van ten minste 37, door Arqueocanaria S.L. gecatalogiseerde, overblijfselen.
Het gaat om gebouwen (verpakkingsfabriek of de hermitage), etnografische landbouwgoederen (watertanks, vijvers of gebouwen), etnografische goederen (twee grotwoningen), goederen van onbepaalde aard en archeologische restanten.
Van deze 37 overblijfselen zijn er volgens het verslag 21 van weinig of geen waarde. Het eindrapport van de Cabildo is het daarmee eens en voegt eraan toe dat sommige van deze gebieden gelegen zijn in sectoren die door de verstedelijking zullen veranderen en dat andere gedoemd zijn te verdwijnen.
Er zijn vier groepen restanten in het verslag opgenomen. Twee onder deze zijn belangrijk: de zogenaamde ‘Guanche-nederzetting’ en ‘de verpakkingsfabriek’. De schade aan de eerste groep is de reden waarom de werkzaamheden aan een deel van het perceel zijn verlamd.
Het rapport stelt dat het gebouw, te beginnen met de verpakkingsfabriek, geen architectonische waarden heeft waarmee rekening moet worden gehouden, maar wel een etnografische waarde heeft die verband houdt met de intensieve landbouwactiviteit sinds het einde van de 19de eeuw, namelijk de teelt van tomaten en bananen, voornamelijk bevorderd door Britse bedrijven.
Grote schade
De grootste schade werd aangebracht op een terrein dat is gelegen op een vlak gedeelte van een heuvel tussen twee glooiingen (zie foto boven). In Memoria wordt het een ‘Guanche-nederzetting in een hooggelegen gebied’ genoemd. Daar, in en rond wat beschouwd wordt als de overblijfselen van een stenen omheining, is er overvloedig archeologisch materiaal, fragmenten van dierlijke beenderen, malacofauna (kalkpieren), fragmenten van aardewerk, kleine basalt schilfers en klingen gevonden. Bovenal alles valt de grote hoeveelheid obsidiaan uitgehouwen lithische industrie op. Dit staat te lezen in het rapport van Arqueocanaria S.L..
Het verslag van de Cabildo is het met de Memoria eens dat het hier gaat om een pre-Spaanse nederzetting die aanzienlijk is veranderd als gevolg van het omploegen van het land en de aanleg, waarschijnlijk in de 19e eeuw, van droge stenen terrassen van geringe hoogte en van grote onzekerheid en constructieve eenvoud. De centrale constructie van de nederzetting wordt beschreven als een stenen structuur met een onregelmatig grondplan, bestaande uit vijf boven elkaar liggende lagen, waarvan de basis bestaat uit grotere tufstenen die verticaal in de grond zijn geslagen.
Menceyato de Adeje
Het is een archeologische vindplaats die verband houdt met een Guanche-nederzetting waarvan aan de oppervlakte overvloedig archeologisch materiaal is overgebleven, hoofdzakelijk bestaande uit aardewerkfragmenten, lithische overblijfselen en in mindere mate voedselresten van malacofauna en terrestrische fauna.
Deze site heeft de typische kenmerken van de kustnederzettingen in het zuiden van Tenerife, gekenmerkt door hutachtige structuren die in de meeste gevallen zijn verdwenen door verwoesting. Dit ten gevolge van de intense historische antropisatie van het gebied met de landbouwactiviteit van droge landbouw en later van irrigatie in veel van deze gebieden. De site werd in verband gebracht met herdersactiviteiten en zeer waarschijnlijk met een tijdelijke nederzetting die gekenmerkt werd door seizoensgebondenheid en het houden van vee, vooral in de winter en de lente.
Concluderend kan worden gesteld dat de site verband houdt met een nederzetting in het Menceyato de Adeje die in de loop der tijd met een zekere regelmaat seizoensgebonden bewoond moet zijn geweest, gezien de overvloed aan teruggevonden materiaal. Er zijn oppervlaktestructuren (hutten) op de site geweest, die nu met de grond gelijk zijn gemaakt. In deze hutten, die als woonruimte werden gebruikt, komen activiteiten naar voor die de levenswijze aantoont die verband hield met de rijkdommen van land en zee, en ook, in en rond de hutten, kookten zij hun voedsel boven een vuur en kerfden zij afbeeldingen met werktuigen in obsidiaan en basalt.
De Guanche-nederzetting is voor éénderde verwoest door de werkzaamheden waarbij geen archeoloog ter plaatse aanwezig was. Geen enkel in het rapport voorgestelde maatregelen met betrekking tot de Guanche-nederzetting werd genomen en is meteen de meest ernstig inbreuk van al deze die zijn vastgesteld in het gebied en waarvoor de werkzaamheden (uit voorzorg) zijn opgeschort.
Gravures
Er is een tweede nederzetting met pre-Spaanse stenen schuilplaatsen, gelegen op een hoger gelegen punt vanwaar de baai van Puertito de Adeje volledig kan worden geobserveerd. Er is daar minder archeologisch materiaal gevonden, maar er zijn enkele zogenaamde hutten en gravures gevonden, die moeten worden beschermd en niet mogen worden verplaatst. In het verslag wordt aanbevolen de grond vrij te geven, aangezien deze zich bevindt in een gebied dat is aangewezen voor hotelgebruik. Met andere woorden, er wordt voorgesteld om de gravures en ook de overblijfselen van de hut te verplaatsen naar een andere locatie.
In het verslag van de Cabildo wordt gepleit voor maatregelen om het gebied in stand te houden en eventueel het urbanisatieproject te wijzigen. De combinatie van de elementen hut en gravures en de kenmerken van de enclave zelf, met een grote visuele dominantie over de kustlijn, maakt de enclave van belang voor het behoud ervan.
Epiloog
Het project Cuna del Alma startte ruim acht jaar geleden. Er werd voor het eerst getracht een gunstig milieu-effectrapport te verkrijgen. Toen dat niet lukte, gaf het opdracht aan een archeologisch expertisebureau om een studie van het terrein te maken. Dit rapport heeft echter de regering niet bereikt (volgens het Cabildo van Tenerife) en daardoor werden de aanbevelingen genegeerd. De initiatiefnemers van het 350 miljoen euro kostende ontwikkelingsproject kondigden in mei jongstleden de eerste steenlegging aan. De werkzaamheden, met zware machines, zijn begonnen zonder dat er een archeoloog ter plaatse was. Nu is een deel van een vindplaats vernietigd die, volgens de Cabildo, kan bijdragen tot de verklaring van het model van vestiging van de Guanchen in de buurt van de kust in het zuidwesten van Tenerife. Een unicum omdat er in de regio’s Abona, Adeje en Guía de Isora zeer weinig vindplaatsen zijn die archeologisch materiaal bevatten die vergelijkbaar is met deze.
Gracias por escribir la verdad aquí. Esto no se está difundiendo en Bélgica y yo como española que antes vivió en Palm-Mar y conoce Ten-Bel me siento avergonzada. Se nota que quiere a Tenerife como yo quiero al Kempen donde ahora resido, donde todos sabemos que de ninguna manera se permitiría lo que se está permitiendo en uno de los últimos paraísos de Europa.
Bedankt voor het schrijven van de waarheid hier. Dit verspreidt zich niet in België, en ik als Spanjaard die vroeger in Palm-Mar woonde en Ten-Bel kent, schaam me. Ik kan zien dat u van Tenerife houdt zoals ik van Kempen hou (waar ik nu woon), waar we allemaal weten dat, wat in een van de laatste paradijzen van Europa wordt toegestaan, op geen enkele manier zou worden toegestaan. Triestig