Het Parque Nacional del Teide is met haar 4 miljoen bezoekers per jaar het meest bezochte natuurpark van Spanje en meteen het kijkstuk bij uitstek dat bovenaan het lijstje staat van iedere bezoekende toerist. Dit stukje Tenerife boven 2.200 meter is ongetwijfeld een van de meest exotische en verbazingwekkend rijke beschermde gebieden van Europa. Een vulkanisch maanlandschap boven op een kleurrijk eiland. Basaltstromen creëren de meest grillige vormen; de stilte en de ruimte om en rond de berg is adembenemend.
Dit unieke gegeven is samen met haar schoonheid de biotoop voor een aanzienlijke biologische rijkdom. 168 beschermde plantensoorten, waaronder 58 endemische, vinden in het natuurpark hun voedingsbodem. Absolute toppers zijn de piramidale rode Tajinaste (Echium wildpretii) en de Guanche-rozenstruik (Bencomia exstipulata). Boven de 2.400 meter tref je endemische soorten zoals de Cistus osbaeckiaefolius, een telg uit de zonneroosjesfamilie, een exclusief en weinig zichtbaar geel zonneroosje. Zo hoog boven de zeespiegel groeit de parel van het park, het delicate en fragiele Teide-viooltje, een schitterend paars exemplaar uit de Violafamilie.
Het natuurpark op Las Cañadas werd op 21 januari 1954 door de Unesco uitgeroepen tot Nationaal Park. 13.571 hectare wordt toegevoegd aan een lijst van beschermde gebieden over de hele wereld. 99,3% van deze oppervlakte is eigendom van gemeenten, 0,6% is eigendom van het gouvernement en 0,1% behoort toe aan particulieren. We mogen stellen dat het overgrote grondoppervlak bij de gemeente La Orotava behoort.
Het spectaculaire uitzicht op het park, het minerale landschap gedomineerd door oker en zwart, kleuren de hoogvlakte ommuurd door de wanden van de verdwenen supervulkaan. Vulkanische ruwe lava contrasteert met de levendigheid en de vrolijkheid van gelig zand, lapilli en pómices. Het zand dat één keer per jaar wordt verzameld om de zandtapijten van La Orotava te strooien.
Over de geologische oorsprong van deze regio bestaan er een aantal theorieën. De gigantische conus die op Las Cañadas staat is een stratovulkaan die boven op een ingestorte supervulkaan staat. De oeroude vulkaan verdween door te exploderen, door in te zakken of door erosie van de vulkaanketel. Daar zijn de experts het nog niet over eens. Wat wel is geweten is dat er door de eeuwen heen, secondaire krateruitgangen zijn ontstaan. De vermoedelijke oorzaak daarvan kan een verstopping zijn van de hoofdkrater die tot 3.718 meter reikt.
De twee kleine kraters worden gescheiden door een rotsachtige uitlijning van Roques de García. Dit deel, ook de toppen van Ucanca genoemd, is een van de meest populaire locaties van het Nationaal Park en meteen ook de drukstbezochte plaats op Las Cañadas.
In dit gebied liggen de twee semicalderas, kleinere kraters die gevormd werden in het Kwartaire tijdperk. Ze worden ook vulkaantweelingen genoemd: Pico Viejo of Chachorra en deze van de Teide. De Pico Viejo ook wel de Montaña Chahorra genoemd is de oudste van de twee en ligt 3.135 meter boven de zeespiegel. De krateropening heeft een diameter van 800 meter.
De Teide is de jongste van de twee en wordt ook de krater van La Rambleta genoemd. Het typerende uitzicht werd bekomen door de laatste uitbarsting waarbij een 150 meter hoge conus werd gevormd. Deze kroon heeft een opening van 80 meter diameter en wordt logischerwijze La Corona genoemd.
Opvallend is dat op de hoogvlakte niet alles bezaaid is met rotsmassieven. Las Cañadas bezit een grote oppervlakte vlakke grond. Door wind- en watererosie zijn de zachtere gesteenten eeuwenlang vlak geschuurd. Stof- en zanddeeltjes hebben millennia lang alle spleten en oneffenheden opgevuld. Zeer fijn siliciumhoudend stof werd door de wind vanuit de Sahara aangevoerd: men schat dat er tussen de 25 en 40 gram sediment per vierkante meter en per jaar uit Afrika is overgewaaid. Dat geeft alvast een idee van de massale ‘grootte’ van aanvoer van vreemde stoffen die door de eeuwen heen de bodemvervorming hebben doen ontstaan.
De florarijkdom op deze natuurlijke locatie is ongetwijfeld doorslaggevend geweest om de titel ‘beschermd natuurpark’ toe te kennen. De eerste indruk van verlatenheid en chaos verandert als je door biologische ogen kijkt. Van april tot half juni is er een explosie van leven en kleur: bloemen en struiken komen tot leven, de lucht vult zich met geparfumeerde aroma’s waardoor de insecten in overvloed aan hun bestuivende vluchten beginnen.
Hoewel de flora alom vertegenwoordigd is doet de fauna het minder goed. Oorzaak daarvan is dat het strenge klimaat op grote hoogte de ontwikkeling van hoogtedieren belemmert. Gewervelde en gevleugelde dieren komen er in weinig soorten voor. Egels en vuursalamanders gedijen er prima. Ook kleine knaagdieren zoals konijnen en hazen kunnen er overleven. De avifauna bestaat slechts uit 14 soorten waarvan onder andere de rotsduif, de zwaluw en de rosse ovenvogel zich daar in hun sas voelen. Alsook de keep, een altijd fluitende zangvogel.
In Cañada Blanca ligt de Parador, het toeristisch informatiecentrum en ook een gelijknamig hotel waar jaarlijks de beste wielrenners ter wereld hun hoogtestages verbijten. Iets meer naar het oosten ligt voor veel toeristen de verademing van een bezoek aan de Teide. Aan de zuidkant van de Teide, op Los Blanquiales, start de kabelbaan die je vervoert naar La Rambleta op 3.550 meter hoogte. Van daaruit kun je, met een vergunning op zak, te voet het absolute hoogtepunt van Tenerife bereiken.
Daarboven ligt de hele wereld aan je voeten. Of toch het hele eiland, want je bevindt je zowaar op het hoogste punt van Spanje.