zaterdag, juni 3, 2023
spot_img
HomeBlogColumn GuyGROETEN UIT HET ZIEKENHUIS

GROETEN UIT HET ZIEKENHUIS

Op Tenerife doen er zich een aantal omstandigheden voor die je je moeilijk kunt voorstellen als je het zelf niet hebt meegemaakt. Een mooi voorbeeld daarvan is de dresscode die op zomerkledij van toepassing is in de eindejaarsperiode.
Lichte fladderende kledij, niemendalletjes overdag en een truitje na zonsondergang, zijn zowat de meest gedragen kledingstukken, zonder het te hebben over strand- en zwemuitrusting. Vooral zaken die een positieve invloed hebben op de moraal van de mens en op het menselijk gedrag zijn van toepassing op dit subtropisch eiland.

Soms passeert er in de revue ook eens een minder aangenaam moment en dat neem je er dan obligatoir bij omdat het van moeten is. Zo ondervond ik, als notoir Tenerifekenner en vurige eilandfan van het eerste uur, dat de realiteit ook eens wat anders van je verwacht.

Het begon een tiental dagen eerder als een verkoudheid met koorts en een stekende pijn in de linker onderrug. Daarna was het de beurt aan bloederige fluimen die meereisden met de hoestbuien. Dat laatste, mede door de externe dwang van het thuisfront, hebben mij over de streep getrokken. Ik moest en zou een dokter consulteren.

Nadat ik mij had geïnformeerd bij vrienden welke de mogelijkheden er voorhanden waren ben ik naar het Centro Médico in San Isidro getrokken voor medisch advies. De dokter sprak zich, na het bekijken van de radiografie, redelijk kordaat uit. Zij kon mij niet verder helpen en verwees mij urgent door naar de spoedopname van een kliniek.

Met ongeruste gevoelens rij ik naar beneden – zo omschrijven Tinerfinos de richting naar het zuiden – via de snelweg. Ik rij opzettelijk zo traag als kan en geniet met volle teugen van het klimaat en van het voorbijglijdende landschap. Ik heb depressieve gevoelens als … misschien is dit de laatste keer.

Ik neem de afrit San Eugenio, rij over de brug en parkeer mijn aftandse Suzuki Vitara 4 x4 op de openbare parking die de grens vormt tussen het hospitaal QuironSalud in Costa Adeje en de TF-1.

Ik heb al langer een relatie met deze zorgverstrekkende instelling. Vijftien jaar geleden – het kunnen er ook twintig zijn – werd mijn echtgenote opgenomen en geopereerd en na herstel gerepatrieerd. Alles met een bevredigende afloop. Toen leerde ik de manier waarop een reisverzekering werkt, beter kennen. Partena stond in voor de opvolging van het medisch dossier, voor de betaling van de verblijfskosten, de operatie, de pre- en pro-operatieve verzorging en de overbrenging naar België. Daarnaast werd ook de DKV-verzekering ingeschakeld om alle kosten die de normale ziekteverzekering niet op zich neemt, terugbetaald te krijgen. Daardoor leefden wij op een wolk. Geen administratieve en financiële zorgen om ons druk over te maken. Alles verliep op geoliede wieltjes.

De tweede keer dat ik in contact kwam met QuirónSalud in Adeje was een opsteker die je als schrijver, auteur en columnist – ik weiger om mezelf een journalist te noemen – maar een keer meemaakt. Ik werd gevraagd om een publi-reportage te schrijven voor een Nederlandstalig leespubliek van en voor het hospitaal QuirónSalud in Adeje, de zusterkliniek van QuirónSalud in Santa Cruz. Ik bezocht elke dienst, maakte foto’s van elk hoekje en werd bedolven met informatie over deze medische zorginstelling. De reportage werd met lof overspoeld.

Derde keer, geen goede keer.
Ongemakkelijk stap ik de spoedopname binnen met de grote RX-omslag onder de arm. Ik ben niet-resident en ambulante zorgen worden daardoor onmiddellijk vereffend. Omdat vlot te laten verlopen vraagt het ziekenhuis een deposito van 250 euro. Wat niet opgesoupeerd wordt, wordt nadien teruggestort. Gelijktijdig glijdt er een formulier over de toog mijn kant uit, dat geacht wordt in te vullen. Het administratieve deel lijkt eindeloos lang te duren en daar bovenop – we leven in een coronaregime – moet iedereen die consulteert of openomen wordt vooraf een verplichte COVID-test ondergaan. Zonder attest kom je het ziekenhuis niet binnen. Ik wacht anderhalf uur op de uitslag.

Wat mij uitermate stress bezorgde was de kordate uitspraak van een ziekenhuismedewerker die de ontvangst op de spoedopname met heel veel enthousiasme reguleerde. Bij een positieve COVID-test word je onmiddellijk overgebracht naar Santa Cruz, kwam nogal hard aan. Ik denk dat die medewerker veel stress te verwerken had, want later is hij ook tussengekomen om een rij wachtende personen onder dwang op een onderlinge veiligheidsafstand te plaatsen.

Diezelfde medewerker toonde met een groot suprematiegehalte toen hij mij uitlegde dat ik mijn ziekenbond om een dossiernummer moest vragen om de verdere medische weg te kunnen bewandelen.

Wie verzekerd is bij Partena weet dat hij dit moet doen via de bijstandscentrale van Mediphone Assist. Daar kreeg ik te horen dat ik geen nummer krijg toebedeeld omdat ik een ambulante patient ben en ik niet word opgenomen in het ziekenhuis. Toen ik deze boodschap wilde overmaken aan de gendarm die het inkomend verkeer regelde in de spoedopname werd ik omvergeblazen door een resem beschuldigingen van overtredingen die ik maakte door ongevraagd, zonder negatieve COVID-test, terug het ziekenhuis binnen te komen.

Ik was even in paniek want dat wist ik niet. Een half uur eerder stond ik toch ook aan de balie om mij te registreren onder dezelfde omstandigheden. Besmet of niet, daaraan was niets veranderd en bovendien strookt dit niet met mijn nuchter boerenverstand.

Mijn ego als Tenerifekenner kreeg op dat moment een flinke knauw. Ik wist al langer dat ik niet alles wist over Tenerife, maar dat voorval, en de manier waarop, sloeg mij werkelijk uit het lood.

In plaats van buiten te wachten op mijn coronaverdict werd ik in quarantaine geplaatst in hokje C4. Dit is een consultatiekamertje die men gebruikt om ongehoorzame mensen de tijd te geven om even na te denken over hun daden.

Ik wacht in het totaal ander anderhalf uur op de uitslag van de COVID-test, waarvan een uur in mijn kotteke. De spoedarts met dienst haalt mij uit mijn verzonken gedachten en verlost mij van doemdenkerij. De uitslag is negatief. Hoe kan het ook anders, ik leef reeds maanden als een kluizenaar en kwam gedurende de opgelegde quarantainebeperkingen nauwelijks in contact met andere mensen. Enkel voor boodschappen kwam ik de deur uit en dan enkel met de grootst mogelijke voorzichtigheid met nodige accenten op afstand, mondmaskergebruik en handhygiëne.

De spoedarts had een luisterend oor alhoewel ik voelde dat zij gebonden was aan een strikt tijdschema. Ik vertelde haar de symptomen en de voorgeschiedenis van mijn lijden en na een snelle diagnose kreeg ik het verdict te horen. De aandoening was ernstig en kon enkel behandeld worden in het ziekenhuis.

Ik word met een opname geconfronteerd en krijg kamer 312 als verblijf. Ik ben er net lang genoeg om mijn lichaam te draperen met een ziekenhuiskleedje en om mijn gerief te schikken wanneer ik te horen krijg dat ik moet verhuizen. Ik krijg al een nieuw verblijf en ik ben nog niet eens geklimatiseerd.

De nieuwe locatie waar ik de eerste nacht doorbreng heet Intensive Care Unit (ICU). Op Intensieve Zorgen word ik beter opgevolgd en daarom word ik verbonden met talloze draadjes en kabeltjes aan de beschikbare toestellen die het dokters zullen informeren over mijn actuele toestand. Daarna zal een artsencollectief oordelen over mijn verder bestaan.

Ik heb gedurende mijn 37-jarige brandweercarrière van een paramedische opleiding genoten en tientallen bijscholingen gevolgd om als ambulancier ingeschakeld te worden op de ambulances van de hulpdienst 112. Zodoende heb ik wat ervaring opgedaan in medische hulp en behandelingen van bepaalde pathologieën, in ambulante dringende hulp en heb ik ongevraagd talrijke klinische momenten meegemaakt. Mooie, maar ook minder aangename en zelfs tragische momenten.

In Vlaanderen is een Intensive Care een heilige omgeving die je enkel maar betreedt als het echt nodig is en waar stilte wordt verheerlijkt. Op Tenerife is dit enigszins anders. Dokters en verpleegkundigen, kuis- en onderhoudsploegen, techniekers allerhande en nog veel andere disciplines komen en gaan. En als iedereen tegen iedereen zijn of haar verhaaltje vertelt met de nodige gesticulatie dan lijk het UCI meer op een ontmoetingsplaats dan op een centrum waar mensen gemonitord worden gedurende een levensbedreigende aandoening en/of om een genezingsproces in gang te zetten.

Voor mij was dat geen storend element omdat de aandoening die mij had geveld geen obstructief gegeven was. Ik vond het eerder leuk om in een dergelijke omgeving te vertoeven.

Ik maak een aantal ritten door het ziekenhuis en wordt elke keer met veel animo afgezet op een of andere dienst. Zo bezoek ik de dienst radiologie voor een MRI-scan, een andere keer voor een RX-opname en een derde keer voor een echografie van een paar lichaamsdelen.

Iedereen is plichtbewust en gedienstig. De service is van hoge kwaliteit en de medische begeleiding is ongezien. Het lijkt alsof iedereen geboren is met een eeuwige glimlach op het gelaat, ze blijven lief, beleefd en vriendelijk, één uitzondering daargelaten.

Ik roep de hulp in van vrienden om een en ander te laten aanrukken. Op dag 1 heb ik uren naar een scherm gekeken waarop enkel de zuurstofsaturatie, de hartslag en de waarden van de bloeddruk af te lezen waren en dat gaat snel vervelen. Initieel kwam ik enkel naar QuirónSalud op consultatie, remember! Ik was in niets voorzien: geen nachtkledij, geen lectuur, geen tablet en geen hygiënische voorzieningen. Ik werd met spoed opgenomen als een clochard. Zomaar van de straat werd geplukt.

Enkel een gsm was tot nog toe mijn reisgezel en die was niet eens voor 100% opgeladen. Daarmee moest ik het doen. Ik wist dat de batterij het nog zou uithouden tot de volgende ochtend om daarna de geest te geven. Dit zou mij in een volledig isolement plaatsen en een muur bouwen rond mijn sociaal leven en zou vooral het einde betekenen van mijn contacten met het thuisfront. Mijn echtgenote wordt in België al enkele weken gegijzeld, zoals zovelen onder u, door de beslissing van de overheid om niet-essentiele reizen te verbieden. Dus moeten we viraal kussen en knuffelen, idem dito met de kinderen en de kleinkinderen.

Mijn gsm-batterij wordt gered door Greta H. die in QuirónSalud werkt als commerciële medewerkster, maar veelal als tolk naar het front wordt geroepen. Zij was ook mijn contactpersoon toen ik een jaar of zo geleden, een publi-reportage maakte over het ziekenhuis die werd gepubliceerd op de website van Tenerife Connect. Greta zorgde voor niet een, maar voor twee opladers met de juiste aansluiting. Zij had deze batterijladers zorgvuldig uitgekozen in het lokaal waar alle verloren en vergeten zaken worden gestockeerd.

Op deze manier verging mijn mobiele telefoon een schielijk overlijden en werd mijn tablet op dag twee voorzien van voldoende energie om verder het www en diversen sociale netwerken te kunnen raadplegen.

De eerste nacht op UCI was een regelrechte ramp. Ik werd niet alleen gebonden door draden, buisjes en kabeltjes die mijn nachtelijke beweeglijkheid beperkten. De opgestelde apparatuur van de vijf bedden piepten en kreunden de hele nacht lang. Ik heb uren geluisterd naar een op hol geslagen chorus van elektronische muziek tot ik er zo moe van werd, dat ik ervan in slaap viel. Toen was het reeds ochtend en werd ik gewekt door een vriendelijke stem die mij buenos días wenste en mij gelijktijdig nog een prikje gaf met het een of het ander medicijn.

Dag twee op het intensive care verliep gemoedelijker. Ondertussen werd aan mijn boodschappenlijst tegemoetgekomen en werden broodnodige ingrediënten en accessoires in het ziekenhuis geleverd door hulpvaardige vrienden. Een tandenborstel en tandenpoets waren even belangrijk als een tablet met toetsenbord. Ook lectuur, opladers, een extra batterij en kledij werden netjes op de dienst Intensieve zorgen afgeleverd tijdens het één uur-durende bezoekmoment dat slechts door een persoon mag uitgevoerd worden. Een coronamaatregel, een van de zovele.

Ik voel mij bevrijd van een juk dat mij nutteloos en weemoedig maakte. Gevoelens die ik helemaal niet omarm want nutteloze mensen zijn geen meerwaarde voor de maatschappij. Eindelijk vrij!

Na twee dagen en twee nachten mag ik mijn verblijf op ICU vaarwel zeggen. Ik word ontslagen en verhuis naar niveau drie. Mijn lichaam heeft goed gereageerd op de medische begeleiding van de eerste 48 uur en ik voel de beloning als een (gedeeltelijke) overwinning. Ik krijg een normale ziekenhuiskamer toegewezen. Alle kabeltjes, buisjes en andere verbindingen van de mens naar het elektrogedeelte worden afgekoppeld en ik word met have en goed per bed vervoerd naar de volgende stap van mijn herstel.

Ik ben de eerste fase goed doorgekomen en dacht dat het ergste voorbij was. Ik denk nog steeds dat verplegend personeel graag prikken. Nooit eerder werden er zo veel gaatjes in mijn lichaam geprikt hoewel mij eerder een sonde werd aangebracht voor de toediening van medicatie.

Elke dag een bloedafname voor de opvolging en voor de vergelijking van de bloedspiegels van vorige afnames. Elke dag een prikje tegen flebitis, een prikje voor maagbescherming, een prikje voor dit en een prikje voor dat. Ik lijk wel een vergiet. Enfin, dokters weten wel wat ze doen. Ik heb vertrouwen.

Op mijn kamer staan twee bedden, ik bezet er een van, het andere blijft leeg. Ik heb geen kamergenoot en geniet dus van alle dingen die een ziekenhuiskamer te bieden heeft. Er hangt een tv aan de muur, een mimi-exemplaar van 23 inch, omgerekend bedraagt de diameter van het scherm net geen 59 centimeter. Vanaf mijn ziekenhuisbed, op vijf meter afstand, kijk ik vooral naar Tele Deportes (tdp), een sportkanaal van TVE (Televisión Española). Van het thuisfront kreeg ik daaromtrent de honende de opmerking dat ik mij gelukkig mag voelen met een tablet aan de muur. Misschien kan ik tv-kijken door een verrekijker. Maar ook dat gegeven went.

Mijn kamer is noordwaarts gericht en kijkt uit op een steile rotswand waarop bovenaan de openbare parking is gelegen vlak naast de TF-1. Ik hoor geen zoevend verkeer op de snelweg, zonlicht zie ik nauwelijks, tenzij ik uit het raam hang en lateraal kijk. Dan zie ik het voetpad dat naar de spoedopname leidt en helemaal op het einde daarvan ligt de straat en daar zie ik de zonnestralen. Alleen al door het bekijken van dit decorum voel ik warmte vanbinnen. Voor het eerst verlang ik naar buiten en stiekem naar mijn ontslag uit het ziekenhuis. De realiteit is anders; het weekend wordt gebruikt om verder te genezen en aan te sterken en begin volgende week zal ik opnieuw mogen optreden in het theater van testen en proeven.

Dag vijf kondigt zich niet anders aan. Het ochtendritueel start om 06.30 uur met de gebruikelijke toediening van medicatie, gevolgd door het ontbijt. Daarna kan ik werken op mijn tablet, annex miniklavier.

Tot de middag hou ik mij redactioneel bezig. Zo gaat de tijd sneller en val ik niet in een lusteloos zwart gat.

Tussen twaalf en een wordt het middagmaal geserveerd. Gevarieerd en lekker eten moet de mens sterken en bovendien wordt het warm opgediend. Soep, hoofdschotel en dessert worden netjes op mijn schrijftafel gedeponeerd. Elke avond komt men langs om te vragen welke mijn keuze is uit het aanbod van de volgende dag dat door de kok kunstig zal worden bereid. Idem dito voor het avondmaal.

Dit geeft mij een roomservicegevoel. Beter kan een mens zich onder huidige omstandigheden niet voelen. Ik zie de toekomst rooskleurig in.

Dag zes van mijn verblijf is een zondag en dan draaien de medische specialisaties op halve toeren. Daarmee bedoel ik enkel maar dat dokters-specialisten, die gedurende de week hun consultaties houden in hun kabinetten binnen het hospitaal, vandaag niet aanwezig zijn. Uiteraard blijven alle diensten operatief en zijn er wachtdiensten voor de verschillende disciplines.

Zondag is rustdag, maar dat telt amper voor mensen die zijn opgenomen in een klinische zorginstelling. Elke dag is er een om te recupereren, om te herstellen, om te genezen. Kortom, om terug klaargestoomd te worden voor de uitlevering in de maatschappij.

Momenten van verveling ken ik niet. Alles wat ik doe binnen de vier muren van mijn privéverblijf doe ik bewust langzaam, want er is tijd zat. Ik heb geen haast, geen stress en maak tijd vrij, langer dan nodig, om bezig te zijn. Sedert mijn ontslag uit de UCI ben ik letterlijk en figuurlijk niet meer gebonden en daardoor kan ik mij vrij bewegen binnen mijn domein.

Ik hou mij nuttig bezig om de nutteloosheid te verdrijven en met eenvoudige hedendaagse mogelijkheden ben ik zo goed als niet afwezig geweest voor de buitenwereld. Enkel mijn familie en een paar intimi weten van mijn gedwongen verblijf af.

TV-kijken doe ik nauwelijks omdat het scherm zo veraf lijkt en de geluidskwaliteit lijkt op de metaalklanken die ook uit een radioportatief uit de jaren zestig kwamen.

Des te meer schakel ik naar Netflix, want ik geniet zoals een echte cinefiel van elke film die in een hoge kwalitatieve modus op mijn tablet wordt afgespeeld.

De krant lezen doe ik ook, en artikels schrijven al helemaal. Ik neem tijd om eens rustig door de sociale media te maneuvreren en om de laatste nieuwsberichten te lezen. Als fan van Big Brother wil ik ook alles zien, maar dat is een utopie. TV-Vlaanderen is hier niet thuis.

De zondag straalt rust uit en voor het eerst merk ik dat de zon, in de vroege voormiddag, toch tot aan het vensterraam verschijnt. Reden om er een digitaal kompas bij te halen want eerder heb ik geschreven dat mijn kamer noordelijk gericht was. Dit blijkt nu 23 graden te zijn. Door deze geografische ligging ten opzichte van het magnetisch noorden kan ik mij laten strelen door de thermische stralen van de zon. Wat ben ik een bofkont.

Wordt dag zeven mijn geluksdag? Wie zal het zeggen?

Op maandag schiet alle activiteit op het eiland de hoogte in. Na een verkwikkend weekend wordt er op alle niveaus een versnelling hoger geschakeld, ook in het hospitaal dat ik zo langzaamaan als mijn tweede verblijf ben gaan aanschouwen. Ik hoor de drukte op de gang aanzwellen: ik werd vandaag wakker om 04.40 uur en vanaf dat moment staan mijn zintuigen op scherp. Net als een decibelmeter onderga ik de aanzwellende geluiden van verplegend en ander ziekenhuispersoneel. Ik detecteer en onderga.

De ervaring leert mij dat de ochtend op een ziekenhuiskamer erg druk kan zijn. Heel vroeg werd ik opnieuw geprikt voor een bloedafname, daarna kwam een lachende verpleger de kamer binnen om medicatie toe te dienen via het infuus, en iemand anders kwam langs met een bloeddrukmeter, annex saturatiemeter en stelde mij gerust over mijn lichaamstemperatuur.

De processie was nog niet afgelopen: mijn ontbijt komt eraan, maar eerst de belangrijkste geplogenheid: koffie of thee? Cafe solo, maar dat weet die lieve dame ondertussen wel.

De poetsploeg geeft mijn kamer een vers geurtje in een recordtempo en verdwijnt even snel als ze gekomen zijn. Dit zijn specialisten in hun vak: snel, grondig en geruisloos werken zij mee aan het totaalpakket van de roomservice.

Uiteraard is iedereen welkom op mijn domein. Ik kijk reikhalzend uit naar het bezoek van een iemand, namelijk de behandelende arts, die mij had uitgelegd dat zij in het weekend niet zou langskomen, maar wel maandag. Vandaag dus verwacht ik verlossend nieuws. Is mijn medische toestand goed genoeg om ontslagen te worden of moet ik opnieuw de scanner in om een vergelijkend beeld te verkrijgen met een eerdere toestand?

Het thuisfront kwam eerder al met goed nieuws. De artsen van het ziekenfonds waarbij ik verzekerd ben, hebben dagelijks contact met het medisch team dat voor mij verantwoordelijk is en ontvangt dagelijks een update van het Canarisch medisch dossier.

Door mijn opname en straks gedurende mijn herstel op mijn verblijfsadres wordt mijn vrouw een aantal faciliteiten aangeboden. Haar vlucht, taxiritten, een eventueel hotelverblijf en alle gemaakte kosten gedurende tien dagen worden terugbetaald. Tevens zorgt het ziekenfonds voor de boeking van een vlucht en voor de attestatie van een essentiële verplaatsing.

Mogelijks word ik gerepatrieerd, maar dat zal afhangen van de beslissing van de behandelende arts. Maar zover zijn we nog niet.

Ik krijg een medisch rapport over de stand van zaken. Alles verloopt naar wens, ook het genezingsproces. Ik kan vandaag of morgen het ziekenhuis verlaten als ik dat wens. Maar, er is een duidelijke maar! Men is op zoek naar de oorzaak van de aandoening en dit is nog niet duidelijk. Met veel uitleg komt de dokter mij inlichten over de diverse mogelijkheden om vooralsnog de oorzaak te vinden. Belangrijk om ervoor te zorgen dat ik niet binnen de kortste keren terug in het ziekenhuis beland.

Deze fase van medische onderzoeken kan ik, ofwel in Belgie laten uitvoeren, ofwel nu gedurende mijn opname.

Ik kies om langer in het ziekenhuis te blijven en mijn lichaam te schenken aan de wetenschap en wordt daarvoor beloond met het schrappen van het middagmaal. Nuchter blijven is de boodschap voor een MRI-scan met contrastvloeistof die vandaag nog zal worden uitgevoerd.

Kort daarna krijg ik een plastiek potteke van 100 cc en moet daarin ontlasten: goed mikken en vooral niet overdoseren. Jammer genoeg lukt het mij nog niet. Nogal wiedes, ik kreeg vandaag amper te eten en dan willen ze restresidu voor onderzoek. Ik zal geduldig moeten zij en wachten tot mijn interne systemen een seintje geven tot verlossing.

Dag acht van mijn verblijf bevat een lichtend puntje, maar is vooral geen licht op het einde van de tunnel. De moraal is uitstekend en van een opsluiting is geen sprake. Daarom is er ook geen tunneleffect.

Tot mijn grote vreugde kwam er gisteravond toch nog een ontlasting. Ik kreeg zelfs gelukwensen van het verplegend personeel, maar ik kan mij niet herinneren of deze felicidades werden uitgesproken voor de vorm of voor de kwantiteit van het afgeleverde product. Enfin, dat is ook niet relevant voor het verder laboratoriumonderzoek.

Ik zal mij vandaag verder in stilte bezighouden met de middelen die voorhanden zijn: tv, tablet, puzzelboek en telefoon. Meer heb ik niet.

Ik begin aan thuis te denken. Dit is geen plotse opwelling, maar een gedachtegang die sedert gisteren in mijn geweten rond dwarrelt en die ik telkens gedwongen naar een vergeethoekje stuur. Ik kan het niet blijven negeren. De drang naar een huiselijke omgeving groeit. Daar waar de palmbomen het strand sieren, daar waar ik graag verblijf op dertig meter van de vloedlijn. Daar wil ik uiteindelijk naar toe.

Dokter Nadal is uitzonderlijk talentvol, gedreven en kordaat. Zij volgt mijn pathologieën op de voet en brengt dagelijks verslag uit van mijn medische toestand. Ik heb wat lichamelijke nevenverschijnselen die door de beeldvorming aan het licht kwamen. Geen schadelijke ontwikkelingen, enkel aandoeningen die bij mannen op leeftijd voorkomen en dat moet eens tegen het licht worden gehouden en daarvoor moet ik op consultatie bij een uroloog.

In eenzelfde adem ga ik nog bij een dermatoloog te rade om een huidvlekje te laten controleren. Daarna is de kans erg groot dat ik het ziekenhuis vandaag nog mag verlaten. Ik pin niet vast op vandaag, anders loop ik misschien tegen een teleurstelling aan. Morgen is ook prima.

Het middagmaal verloopt obstructief. Tussen de soep en de patatten word ik uitgenodigd om mij naar het consultatieniveau te begeven. Ik zag de ontzetting van de verpleegster die mij moest begeleiden naar de twee disciplines en uiteindelijk mocht ik eerst mijn lunch naar binnen werken. Een fijne beslissing.

Uroloog en dermatoloog doen hun ding en van beiden krijg ik goed nieuws: niets ernstig aan te merken, enkel wordt mijn medicatielijst weer ietsje langer.

Ik herinner mij de woorden van dokter Nadal. Ik kan vandaag nog ontslagen worden uit het ziekenhuis als zij mij veilig verklaart voor de mensenwereld. Zij is aanwezig tot 16.00 uur om mijn ontslag te regelen. Nog twee uren te gaan. Het verlangen groeit naarmate de deadline nadert.

Ik verwittig het thuisfront en werk dit verslag verder af. Iedereen content.
Om kwart na vier komt eindelijk het verlossend nieuws. Het infuus dreigt werkloos te worden en wordt verwijderd, het laatste prikgaatje kan nu ook herstellen.
De ontslag-administratie wordt geregeld en ik krijg een medicatielijst mee. Gelukkig is er een farmacia in de nabije omgeving.

Ik snuif verse lucht en geniet van de namiddagzon terwijl ik mij ouwe getrouwe vierwieler opzoek die mij zonder dralen naar huis brengt. Mijn thuis aan de waterlijn, daar waar ik rust en stilte terugvindt, twee idealen om snel te herstellen.

Mijn dank gaat naar het verplegend en verzorgend personeel van het QuirónSalud Hospitaal – Costa Adeje, naar de behandelende dokters en heel speciaal naar dokter Nadal Zegarra, Montserrat.
Hartelijk dank aan Greta Hermans voor de morele en logistieke steun.

Abonneer op onze nieuwsbrief en blijf steeds op de hoogte van het laatste Tenerife Nieuws!
Abonneer op onze nieuwsbrief en blijf steeds op de hoogte van het laatste Tenerife Nieuws!
Guy Devos
Guy Devoshttp://www.tenerifeconnect.be
Ik heb Tenerife steeds een centrale plaats gegeven en heb het eiland binnen mijn redactioneel en journalistiek netwerk steeds kunnen binden in mijn teksten. Het eiland waarop ik reeds decennialang verliefd ben heeft mij kunnen verleiden tot het schrijven van twee boeken, talloze artikels, columns en proza. Informatie en nieuwsfeiten zijn de producten, pen en papier zijn de middelen terwijl betrokkenheid het zetmeel is. Het resultaat wil ik met iedereen delen. Ik moest het eerst zelf ontdekken, daarna pas kon ik het verwoorden want we zitten met duizend draden aan onze herkomst vast. Ik niet ..., ik ben enkel op de verkeerde plaats geboren.

3 REACTIES

  1. Ik heb in januari hersen infarct gehad ben 5 dagen in hospital Quiron opgenomen en door dr Nadal behandelt , en ben daar zeer goed behandelt geweest, en heb daar geen slechte ervaring gehad , ook de mvr Greta als tolk was zeer hulpzaam en ook speciaal dank aan dr Brouns die me dadelijk naar de spoed heeft gestuurd alles regelde
    Ook Mutas verzekering heeft hier alles geregeld, ik ben ook geen resident, enige minpunt ik had een grote kamer met zicht op een zwembad , maar den TV was zo klein dat je vanuit je bed praktisch niks kon volgen , en geen vlaamse posten

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

- Reclame -spot_img

POPULAIR

- Reclame -spot_img

COLUMN GUY

VLIEGEN NAAR TENERIFE

CARRERA POR LA VIDA

- Reclame -spot_img

COLUMN KIM

- Reclame -spot_img

WEETJES

TE VEEL IS TE VEEL

VIJGEN OP HET MENU