Internationale reizigers die met het COVID-19-vaccin zijn ingeënt, kunnen vanaf maandag 7 juni 2021 naar Spanje reizen zonder dat zij een negatieve PCR-test moeten laten zien.
Zij moeten enkel kunnen bewijzen dat zij volledig zijn ingeënt met het vaccin van Pfizer, Moderna, AstraZeneca en Janssen, vaccins die goedgekeurd zijn door het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA). Ook de reizigers die de Chinese vaccins Sinopharm en Sinovac-Coronavac hebben gekregen, die belangrijk zijn in Latijns-Amerikaanse landen en in het Midden-Oosten, kunnen het Spaanse grondgebied betreden indien zij een bewijs van totaalvaccinatie kunnen voorleggen.
Bovendien wordt als voorwaarde gesteld dat de inenting ten minste 14 dagen op voorhand moeten zijn gegeven.
Indien niet of onvolledig ingeënt volstaat een negatieve PCR-test van maximum 48 uur oud. Geldige testen zijn de PCR (RT-PCR van COVID-19), Transcription Mediated Amplification (TMA) en RT-LAMP (Reverse Transcriptase Loop-Mediated Isothermal Amplification) of een snelle tests voor de opsporing van SARS-CoV-2-antigenen met een specificiteit van meer dan 97% en een gevoeligheid van meer dan 80%.
Of u beschikt over een herstelcertificaat dat minimum 11 dagen na de eerste positieve NAAT-test werd afgegeven. Dit certificaat mag niet ouder zijn dan 180 dagen.
In het decreet 9349 dat op zaterdag 5 juni in het Spaanse Staatsblad (BOE) is verschenen en is opgesteld door de ministeries van Volksgezondheid en Binnenlandse Zaken, die verantwoordelijk zijn voor volksgezondheid en voor de grenscontroles, staan de landen die onder de versoepeling vallen.
Reizigers uit Brazilië, India en Zuid-Afrika kunnen Spanje nog niet binnen vanwege de hoge incidentie van COVID-19-varianten.
Nergens in het decreet staan de bepalingen waaraan een vaccinatiebewijs moet voldoen en dat leidt tot discussies op sociale media. Misschien is dit de aanloop tot het Europees coronacertificaat dat wij eerder in een nieuwsartikel toelichtten.