CRISIS TUSSEN CANARIAS EN MADRID

Meningsverschillen en verschillende visies in coronatijden liggen aan de basis van een controverse tussen de nationale Spaanse regering en de regioregering van de Canarische Eilanden.
De laatste onderlinge discussie was de toelating van de antigeentests, die door de Canarische overheid werd toegestaan om naar Canarias af te reizen, maar door Madrid werd afgewezen. Een twintigtal meningsverschillen gaat deze ‘ruzie’ vooraf.

De Canarische archipel is de zesde regio in Spanje die bevoegdheidsconflicten heeft met de centrale overheid. In totaal zijn er 21 van dergelijke debacles geweest, sedert 1978, het jaar dat de autonome staat in de Spaanse grondwet werd opgenomen.
Helemaal bovenaan de lijst met onverschillen tussen de nationale overheid en een onafhankelijke regio is Catalonië met 367 gevallen, gevolgd door Baskenland met 183 gevallen, Galicië met 77 gevallen en Andalusië met 45 gevallen.
Op het einde van de lijst staan het Prinsdom Asturië, met drie, Murcia en La Rioja, met twee geschillen.

Tussen juli 2007 tot juli 2015 – was het bijzonder druk en waren er 19 geschillen, voornamelijk tegen de olieprospectie voor de Canarische kusten, waarvan de vergunning een staatsbevoegdheid is en de Canarische overheid geen vergunning wilde verlenen.
Eind 2017 is er slechts één nieuwe zaak bijgekomen inzake de controle van lokale entiteiten en daarna was het stil tot het coronajaar 2020.

Het decreet waarmee de regering van Torres de antigeentests voor toeristen wilde valideren om aan te tonen dat zij bij aankomst op de eilanden niet besmet waren met het COVID-19-virus was gedoemd tot een competentieconflict.
De toenmalige Spaanse Minister van Volksgezondheid, Salvador Illa, gaf niet toe en zo verzeilde Canarias in de eenentwintigste impasse met Madrid.
In totaal zijn er 817 dergelijke onsmakelijke zaken lopende in Spanje.