Afur, ook Las Casas de Afur genoemd, is een gehucht dat in het massief Anaga ligt en behoort bij het hoofdstedelijk gebied Santa Cruz de Tenerife. Administratief behoort Afur tot het district Anaga. Typerend zijn de traditionele huisjes, pajares genoemd – grotwoningen en de onderkomens van de boeren – die opgetrokken zijn uit droge stenen en gedekt met rieten daken. Dit gehucht is zonder twijfel een idyllisch hoekje van absolute rust, waar elke bezoeker zuivere berglucht inademt en tegelijkertijd geniet van het weidse uitzicht over de oceaan.
In het gehucht zijn de woningen verspreid opgesteld op de hellingen van de barranco en verdeeld over verschillende kernen. Men vindt er Afur, La Parrilla, Lomo Centeno, El Frontón, Honduras, Enchirés, La Meseta en Las Piletas. Er loopt ook een netwerk van wandelpaden (senderos) die zeer populair is bij wandelaars en die Afur verbindt met de dorpen Taborno, Roque Negro en Taganana door natuurlandschappen van grote waarde.
Afur, waar 120 mensen wonen, heeft een oppervlakte van 5,35 km² en ligt in de gelijknamige vallei op de noordelijke helling van het Anagamassief, op 33 kilometer van het centrum van Santa Cruz, op een gemiddelde hoogte van 366 meter boven de zeespiegel. Het hoogste punt is Cabezo de Las Vueltas dat op is 937 meter boven zeeniveau ligt. Het gebied bestaat uit een uitgestrekt landelijk natuurgebied waarvan de naam is te danken aan het ravijn en de vallei waarin het zich bevindt en waarvan de toponymie is te zoeken bij de Guanches – de oorspronkelijke bewoners – waarvan de oorsprong zou komen van ‘oven’ of ‘kolenbunker’.
Het landschap wordt gedomineerd door de hoge rotsmassieven van Tablero, Páez of Pai en Marrubial. In het Afurravijn stroomt een permanente waterloop, waarvan de monding uitmondt op het strand van Tamadiste. Typerend is het bos Canarische jeneverbessen – Juniperus turbinata canariensis – een van de meest uitgestrekte van Tenerife.
De vallei van de Afur is bewoond sinds de periode van de Guanchen, zoals blijkt uit de archeologische vindplaatsen in de grotten en op de hellingen. De meest opmerkelijke daarvan is de zogenaamde Piedra de los Guanches, een archeologische vindplaats die in verband wordt gebracht met de mummificatiepraktijken van de oorspronkelijke inheemse Guanches. Dit gebied behoorde tot de Menceyato (koninkrijk) van Anaga.
Het gebied heeft een bewogen geschiedenis achter de rug en kreeg verschillende eigenaren. Na de verovering van het eiland door de Europeanen in 1496 werd de Arfuvallei in 1502 door Alonso Fernández de Lugo geschonken aan de conquistador Sebastián de Ocampo en aan Rodrigo Mexía de Trillo, op voorwaarde dat zij in de vallei een suikermolen zouden bouwen. De molen werd nooit gebouwd en de Adelantado schonk de vallei aan Francisco de Espinosa van Sevilla in 1503. De Kroon ontnam Espinosa in 1506 de vallei, omdat hij niet op het eiland was gaan bewonen, en schonk het dan aan Luis de Alarcón.
De echte kolonisten van deze vallei waren de boeren en middenstanders die de landerijen van deze grootgrondbezitters bewerkten, alsmede de vrije Guanchen. Het gehucht maakte oorspronkelijk deel uit van het district Taganana tot dit gebied in 1877 bij Santa Cruz werd gevoegd. Afur, nu een district van de hoofdstad, had van 1930 tot 1981 zijn eigen burgemeester.
Kerkrechtelijk behoorde Afur tot de parochie Las Nieves de Taganana tot 1967, toen het onder de jurisdictie kwam van de nieuwe parochie San Blas de Roque Negro. De hermitage van Afur werd in 1954 ingezegend en gewijd aan San Pedro Apóstol.
In 1994 werd Afur in zijn geheel opgenomen in het beschermde natuurgebied van het Anaga Rural Park, en in 2015 werd het ook opgenomen in het Biosfeerreservaat van het Anaga Massief.
Het dorp kan worden bereikt via het gehucht El Bailadero, naast San Andrés, of via de weg naar Las Mercedes. Beide routes zijn zeker de moeite waard, want prachtige uitzichten op het ruige terrein van Anaga komen elke keer weer.
Als er één ding is dat Afur onderscheidt van de rest van de hoofdstedelijke wijken, dan is het wel dat het een plaats is waar de dorpse identiteit bewaard is gebleven, met die overblijfselen van het plattelandsleven die in sommige delen van Anaga nauwelijks bewaard zijn gebleven. Zelfs de traditie dat de dokter één keer per maand langskomt, is hier bewaard gebleven.
De grootste charme van dit kleine dorp zijn de grotwoningen, die in overvloed te vinden zijn in Lomo Centeno en El Frontón, evenals de huizen van één verdieping, gemaakt van droge steen – verzameld in de buurt – met rieten daken. Sommige van deze woningen zijn gebouwd op de hellingen en lijken, van de voorkant gezien, op een Canarische kerststal.
De watervallen, zoals deze van Las Pepas, of de meest in het oog springende, de Salto de Taborno, zijn andere aspecten die de aandacht verdienen, vooral in de winterperiode wanneer het hemelwater de sloten vult en de waterval aanstuurt. Ondanks zijn grote schoonheid en rust is Afur echter nog steeds een onbekende plek voor veel eilandbewoners en voor het grootste deel van de toeristen die Tenerife bezoeken. Wie wel de streek kent is de wandelaar die gebruik maakt om over de steile paden naar Taganana, Taborno of zelfs het rotsstrand van Tamadiste te wandelen. Alle senderos zijn in een netwerk met elkaar verbonden en komen uit bij Afur. Het mooiste wandelpad in het massief is de Palos Jincados.
Het restaurant Casa Nene is een verplichte stop tijdens de uitstap naar Afur. Daar zijn de stoofpotten en aardappel-vleesgerechten alom gekend, vooral de escaldón. De eigenaar van het restaurant heet Ismael Alonso is bij de plaatselijke bevolking beter bekend als El Nene. Deze gezellige joviale uitbater houdt reeds 12 jaar zijn eethuisje open waar de lokale bevolking en de wandelaars graag naar toe trekken.
Op het wandelpad naar Taganana staat nog steeds een kruis dat de plaats markeert waar het bruidspaar en hun genodigden of de dragers van het lichaam van de overledene stopten om wat uit te rusten. Kinderen plaatsten eertijds busjes met water om de dorst van de wandelaars te lessen en in ruil daarvoor kregen ze wat snoep of een paar peseta’s.
De Plaza de Afur, gelegen in het diepste deel van de vallei, is de plaats waar de meeste activiteit van het dorp plaatsvindt. Enkele huizen, een stenen pad en de kerk van San Pedro vormen een plaatje dat zo mooi is en absoluut als daguitstap moet worden aangestipt. Bloemen, planten en dragos (drakenbloedboom) omringen deze kleine ruimte die uitkijkt op de parochiekerk die gewijd is aan de patroonheilige, San Pedro. De kerk die in 1954 werd gebouwd, kan nauwelijks een paar tientallen parochianen gelijktijdig ontvangen. Toch is de kerk de trots van de bewoners.
Tot het einde van de 20e eeuw was Afur alleen toegankelijk via voetpaden. Ondanks zijn grote schoonheid en rust is Afur echter nog steeds een vrij onbekende plek. Afur aanstippen als locatie voor een wandeldag of als daguitstap is een puik idee en wordt warm aanbevolen omdat de deze regio werkelijk uniek is op Tenerife
Wie de sendero PR-TF8 (Afur – Taganana – Afur) wil wandelen kan zich HIER informeren (in het Nederlands).
AFUR: geografische ligging.
Prachtige site .